Of een indicator al dan niet geschikt is, hangt af van de interventielogica, meer bepaald: wat zijn de belangrijkste te leveren prestaties (outputs) en verwachte verwezenlijkingen (resultaten) van de interventies in het kader van de relevante specifieke doelstellingen? Wat is de verwachte bijdrage aan de specifieke doelstelling? Het definiëren van resultaatindicatoren die de aantallen van bepaalde doelgroepen (in dit geval, gehandicapte deelnemers) in activeringsmaatregelen meten, kan geschikt zijn voor op systemen of structuren gerichte acties, waarbij het hoofddoel is de deelname van deze doelgroepen te vergroten, en de gefinancierde acties zijn daar specifiek op gericht (bv. meer bereik, specifieke ondersteuningsstructuren of opleiding van ODA-personeel, enz.) Indien het ESF+ echter wordt gebruikt ter ondersteuning van activeringsmaatregelen (die enigszins kunnen zijn aangepast om meer van deze doelgroepen te bereiken), en het aandeel van deelnemers uit bepaalde doelgroepen van belang is, dan zou het raadzamer zijn de doelgroepen vast te leggen met specifieke outputindicatoren met streefdoelen, en de activering met resultaatindicatoren. Zie hieronder voorbeelden van indicatoren voor elk van deze situaties. a) Op systemen of structuren gerichte acties: acties gericht op het vergroten van de deelname aan activeringsmaatregelen van gehandicapten/personen die in huishoudens met een lage arbeidsintensiteit wonen - Outputindicatoren: \"Aantal ondersteunde arbeidsmarktinstellingen\", \"Aantal gecreëerde extra vacatures voor ODA-personeel\" - Resultaatindicatoren: \"Aantal bereikte gehandicapten\", \"Aantal bereikte personen uit huishoudens met een lage arbeidsintensiteit\" b) Activeringsmaatregelen gericht op individuele prestaties - Outputindicatoren: \"Werklozen en inactieven (EECO02+EECO04)\", \"Deelnemers met een handicap (EECO12)\", \"Deelnemers uit huishoudens met een lage arbeidsintensiteit\" (programmaspecifieke indicator) - Resultaatindicatoren: \"Deelnemers die na de deelname aan het werk zijn\" (EECR04) - met outputindicator als basis \"Werklozen en inactieven\" (EECO02+EECO04), \"Deelnemers die na de deelname aan het werk zijn\" (EECR04) - met outputindicator als basis \"Deelnemers met een handicap\" (EECO12), \"Deelnemers die na de deelname aan het werk zijn\" (EECR04) - met outputindicator als basis \"Deelnemers uit huishoudens met een lage arbeidsintensiteit\" (programmaspecifiek). Resultaatindicatoren op langere termijn kunnen worden overwogen in aanvulling op/in plaats van indicatoren voor onmiddellijk resultaat.
Answer